top of page

Wat is een eetstoornis/eetprobleem? 

​

​

 

 

 

 

 

​

​

Bij een eetstoornis is het belangrijk te werken aan zowel je gedachten alsook je gevoelens rond jezelf en de eetstoornis. Dit bespreken we uitgebreid tijdens de sessies. We zien vaak dat het zelfbeeld te laag is, hier besteden we ook de nodige aandacht aan. 

 

Het voedingspatroon, het bewegingspatroon en fysische aspecten (zie visie en methodiek) zijn pijlers die we samen aanpakken. Mogelijke andere problemen die voorafgaan of bijkomend zijn bij een eetprobleem/stoornis worden aangepakt.

 

Tijdens de sessies bespreken we stap voor stap zaken waar je het moeilijk mee hebt, je zwaktes en sterktes en streven we samen naar een doel. Ik geef graag duidelijke handvaten mee waarmee je aan de slag kan. Samen zijn we sterker. 

 

Het is belangrijk een psychologische/fysische begeleiding te krijgen zodat het probleem sneller kan opgelost worden. Hoe vroeger je het probleem aanpakt, des te sneller je er van af kan geraken. Samen gaan we op weg naar genezing en gelukkiger leven. 

​

Vanaf heden kan je ook online therapie volgen. Zie e-counseling/online therapie. 

​

Wat is nu een eetprobleem/eetstoornis? 

 

Een eetprobleem (bv obesitas) kan een voorloper zijn van een eetstoornis, er is reeds een onbehagen en preoccupatie met het lichaam, voeding, sport en gedachten en gevoelens hierover. Maar de klachten zijn minder dan bij een eetstoornis, het hele leven ligt nog niet overhoop. Hoe sneller men hier aan werkt, hoe minder kans op een eetstoornis. 

​

Een eetstoornis is een psychische probleem die wordt gekenmerkt door verstoord eetgedrag, bewegingspatroon en de gedachten en gevoelens hierover overheersen het hele leven. Het psychische en sociale leven zijn volledig belemmerd. Er kunnen ook ernstige lichamelijke gevolgen aan vast hangen. 

​

Sommige gaan weinig eten, anderen eten te veel en weer sommigen wisselen beide gedragingen af. Vaak worden compenserende gedragingen geuit zoals zelfopgewekt braken, al dan niet in combinatie met overmatig sporten, en soms worden ook laxeermiddelen gebruikt.

 

Mensen met een eetstoornis hebben daarvan een verstoord lichaamsbeeld en hebben ook een intense angst om bij te komen. Het hele leven draait om eten, niet eten, het lichaam, gewicht, zelfbeeld, lijnen, het hebben van eetbuien en al dan niet compenserende gedragingen. Men heeft een gevoel niet meer normaal te kunnen functioneren. En ziet hier enorm van af.

 

Er kunnen zich ook andere psychische problemen stellen zoals bijvoorbeeld een depressie. Men spreek van comorbiditeit indien een eetstoornis samen gaat met een andere psychische stoornis. De psychische stoornis kan zowel een voorafgaand als bijkomend probleem zijn. Het behandelplan houdt rekening met dergelijke combinaties. 

​

De meest voorkomende eetstoornissen zijn: Anorexia nervosa, boulimia nervosa, eetbuistoornis, eetbuistoornis niet anders omschreven (NAO) en andere minder voorkomende vormen zoals orthorexia (obsessie voor gezond eten).

​

​

SIGNAALKAART

Eetgedrag signalen

​

  • Te veel of te weinig eten

  • Willen eten op afwijkende tijdstippen of juist op vaste tijden

  • Maaltijden overslaan, vaak ‘geen trek’ hebben

  • Voortdurend bezig zijn met eten, lijnen en calorieën tellen

  • Stiekem weggooien van eten

  • Na het eten naar het toilet gaan om te braken

  • Stiekem hamsteren van voedsel (vb. op eigen kamer)

  • Stiekem gebruik van laxeermiddelen, plas- of dieetpillen

  • Niet willen eten waar anderen bij zijn, of het eetgedrag juist aanpassen

  • Verpakkingen lezen en letten op calorieën, extreem kieskeurig met eten

  • Graag willen helpen met eten koken, maar zelf nauwelijks eten

  • Smoezen en trucs gebruiken om niet te hoeven eten

  • Treuzelen of ‘spelen’ met eten tijdens maaltijden

  • Vermijden van situaties waarin gegeten wordt (feestjes, traktaties)

  • Stiekeme eetbuien: lege verpakkingen, ‘verdwenen’ voedsel( vb. uit koelkast)

 

Psychosociale signalen

​

  • Voordurend voor de spiegel staan of op de weegschaal staan

  • Een irreële angst om snel bij te komen

  • Zichzelf te dik voelen

  • Geloven dat slanker zijn gelukkig maakt

  • Het bezoeken van allerlei websites over eten en lijnen

  • Rusteloos, hyperactief gedrag, veel in beweging zijn

  • Overmatig sporten (vaak individueel)

  • Faalangst en gebrek aan zelfvertrouwen

  • Overdreven prestatiegericht en perfectionistisch gedrag (vb. in sport, studie, werk) calorieën, extreem kieskeurig met eten

  • Sterke stemmingswisselingen, prikkelbaarheid

  • Angsten en paniekaanvallen

  • Afspraken afzeggen, ontwijken van sociale contacten

  • Ruzie maken, last hebben van spanningen en irritaties

  • Somberheid, depressiviteit, huilbuien

  • Vermindering van interesse, concentratieproblemen

  • Stelen (van etenswaar of laxeermiddelen)

  • Niet meer rondkomen met eigen (zak)geld

  • Psychosociale signalen

​

Lichamelijke signalen

​

  • Veel aankomen, afvallen of schommelen in gewicht

  • Vage klachten (hoofdpijn, moeheid, lusteloosheid)

  • Menstruatieklachten

  • Keelpijn, heesheid, opgezette speekselklieren

  • Gebitsproblemen (gaatjes)

  • Het koud hebben (met name aan handen en voeten)

  • Maag- of darmklachten (buikpijn, misselijkheid, brandend maagzuur)

  • Spierslapte, duizeligheid, flauwte

  • Hartkloppingen of ademnood

  • Wondjes op vingers en handen (door geforceerd braken)

  • Slaapproblemen, er moe uitzien

  • Futloos of broos haar

​

Bron: ANBN website 

bottom of page